Reis veilig met behulp van een aantal voorbereidingen die je zelf in de hand hebt. Zoals autogordels! Zorg dat iedereen er een heeft (en hem gebruikt). Hier zijn 10 simpele manieren om veilig te reizen.
Ik ben passagier
- Bagage:Leg je bagage in de kofferbak, niet op de hoedenplank. De bestuurder moet door de achterruit kunnen kijken.
- Baby on board: Als je met kleintjes reist, lees deze regels dan om te bepalen of je een autostoeltje nodig hebt. Het is je eigen verantwoordelijkheid; ga er niet vanuit dat de bestuurder er een heeft.
- Van bestuurder wisselen: Help de bestuurder door ook een stuk te rijden als je een rijbewijs hebt. Tijdens een lange reis zal de bestuurder dat vast prettig vinden.
- Help de bestuurder om alert te blijven: Klets gerust met de bestuurder, het is zelfs bewezen dat het slaperigheid voorkomt. Zolang je hen maar niet afleidt! Als ze er moe uitzien, stel dan een koffiepauze voor.
Ik ben bestuurder
- Telefoons: Gebruik geen telefoon! Je passagiers kunnen je navigatiesysteem instellen en je kunt handsfree telefoneren.
- Pauzes:Neem elke twee uur 15 tot 20 minuten pauze.
- ‘s Nachts reizen: Rust overdag en doe een dutje voor je gaat reizen.
- Controleer je voertuig: Controleer de bandenspanning, olie, water, remmen, koplampen en ruitenwissers voor je op pad gaat. Zorg ook dat je een geldige verzekering, rijbewijs en APK hebt en neem de documenten mee.
- Alcohol en drugs: Gebruik ze niet voor je op reis gaat! Daarmee breng je iedereen in de auto en op de weg in gevaar en kun je je rijbewijs verliezen.
- Weer: Wees extra voorzichtig als het regent of sneeuwt. Slecht weer veroorzaakt geen slechte rijstijl. Onthoud dat remafstanden groter zijn en er mogelijk slecht zicht is.